500 jaar Reformatie

500 jaar Reformatie

22-03-2017


Tussen het begin van de Reformatie in 1517 en de totstandkoming van onze gemeente in 1643 ligt ruim 125 jaar. Dat zijn drie tot vier generaties. Vaak heb ik mij afgevraagd wat zich in die tussentijd heeft afgespeeld.

In zijn onlangs verschenen boek Jacobs vlucht beschrijft de Amerikaanse historicus Craig Harline een fascinerend familiesaga dat precies deze periode omspant. Bijna ademloos heb ik het uitgelezen. Dit is het boek dat ik al lang eens wilde lezen!

Het is een intiem en indrukwekkend portret van vier generaties van één familie, op de vlucht vanwege hun geloof. Het begint met de vader van Jacob Rolandus. Hij woont in Delft en bekeert zich rond 1560 tot de nieuwe (gereformeerde) godsdienst. In het geheim wordt hij diaken. Als gevolg van zijn keuze moeten hij en zijn vrouw echter vluchten voor Alva.

Hun zoon Jacob blijkt zeer begaafd. Hij kan studeren in Antwerpen en Genève - op dat moment belangrijke steden voor de nieuwe godsdienst. Later wordt hij vooraanstaand predikant in Amsterdam, waar dan de grootste protestantse gemeente is. Rond zijn zestigste wordt Jacob bovendien één van de vertalers van de Statenbijbel.

Jacobs zoon Timotheüs wordt ook predikant, eerst in Ouderkerk aan de Amstel en vanaf 1649 in Boxtel. Hier, in het noordelijke deel van Brabant, hebben de Staten Generaal het door de Vrede van Münster (1648) voor het zeggen gekregen; hoewel er officieel vrijheid van geweten bestond, mocht de katholieke godsdienst er voortaan niet meer openlijk worden beleden. De staatssteun ten spijt, zowel in Holland als in Brabant raakt Timotheus door eigen toedoen in allerlei conflicten verzeild. Niet eens met rooms-katholieken - hoeveel spanningen er ook zijn - maar telkens in de eigen (kleine) gemeente. Ontstellend om te lezen hoe de strijd om ogenschijnlijk kleine zaken tot aan classis en synode wordt uitgevochten, en dat gedurende jaren achtereen.

Mede door de treurigheid van zoveel conflict bekeert kleinzoon Jacob Rolandus zich in 1654 als minderjarige (!) tot het katholieke geloof. Hij vlucht vanuit Brabant naar Antwerpen. Hoewel zijn vader alles op alles zet om hem terug te halen, treedt de jonge Jacob als hij eenmaal volwassen is in bij de Jezuïeten. Voor zijn ouders, overtuigd van het gereformeerde geloof, niets minder dan een ramp.

Via de levens van deze vier generaties eigenzinnige en soms ronduit eigenwijze vaders en zonen, krijgen we een kijkje achter de coulissen van de 'grote' geschiedenis. We kunnen ons iets voorstellen van de sfeer, zoals die ook rond Breda wellicht geweest is. De zestiende- en zeventiende-eeuwse Noordelijke en Zuidelijke Nederlanden zijn wel gekenschetst als 'verdraagzaam'. Het lezen van dit boek laat ook een heel andere kant zien; de nieuwe bevlogenheid ging gepaard met een verbeten strijd om het eigen gelijk; niet alleen tussen gereformeerden en rooms-katholieken, maar ook tussen calvinisten onderling. En hoe dat generatie op generatie verliezers oplevert.

Tijdens het lezen heb ik geregeld met blijde verwondering teruggedacht aan de oecumenische dienst met de parochie van de Heilige Familie op 15 januari 2017. Dat we gezamenlijk de herdenking van 500 jaar Reformatie hebben ingezet met het belijden van schuld en ons hebben kunnen vasthouden aan verzoening, is in het licht van een soms uiterst bittere geschiedenis niets minder dan een wonder.

Ds. Eward Postma