Toekomst

Toekomst

28-11-2016


'Ga heen in de verwachting van de toekomst van de Heer'. Als ik op zondag voorga, zijn dat de woorden waarmee ik u aan het eind van de dienst weer op pad stuur. Met die toekomst van de Heer bedoel ik niet een 'ooit' of een 'voor altijd'. Niet een tijd die ver achter de horizon ligt en die nog eens aan zal breken.

Wat ik bedoel is dichterbij.

De Heer die we verwachten is de Heer die al gekomen is. Zijn tegenwoordigheid vieren we in de liturgie. Het uur dat komt, is er al. Vergelijk bijvoorbeeld wat de evangelist Johannes daarover zegt: 'maar er komt een tijd, en die tijd is nu gekomen...' (4,23); er komt een tijd, en het is nu al zover dat 'de doden de stem van God zullen horen en dat wie hem horen zullen leven' (5,25).

Bij het op weg gaan in de verwachting van de toekomst van de Heer gaat het over het Latijnse adventus. Dat betekent nadering, aankomst, komst. 'Toekomst' duidt hier op het komen van Hem die er is, eerder dan op een verre toekomst, een tijd die er ooit zal zijn.

Als we het over de 'kerk van de toekomst' hebben, zijn we geneigd daar een jaartal aan te verbinden. Zodat we ons dan op dat jaar kunnen richten. In beleidsplannen hoort dat ook zo. 'De kerk van 2025.' Dat kan een manier zijn om de impasses die wij ervaren het hoofd te bieden. Om ergens naartoe te kunnen werken, naar een bestemming, een stip aan de horizon. Het is goed om ons in te zetten voor de kerk van morgen. Maar het is ook goed dat we ons blijven realiseren dat de vervulling van ons leven niet pas aanbreekt als wij erin slagen om in alle voorwaarden voor een gezonde toekomst te voorzien. Erik Borgman schrijft ergens: 'Het feest van het vervulde bestaan breekt niet pas aan als wij het naderbij hebben gebracht.'

De toekomst die we verwachten is een arriverende toekomst. Een toekomst die naar ons toe komt. Dat wij op zondagmorgen de liturgie vieren heeft precies hierin zijn grond: we wachten niet op bepaalde (apocalyptische) gebeurtenissen, maar delen nu al in de toekomst van de Ene die was en is. We vieren de tegenwoordigheid van Christus precies omdat de toekomst al hier is.

Dat we telkens opnieuw worden aangemoedigd om de toekomst te verwachten die gekomen is en komt, bepaalt ons bij een spanning. De 'bestemming' van de tijd hebben we nog niet bereikt. Integendeel. Er is een spanning tussen wat er is, wat zich nu aan ons voordoet, ook aan pijn en leed, en de kwade roep om 'definitieve oplossingen' die even zo vaak een poging is om het heden aan de toekomst op te leggen.

Ds. Eward Postma