Afscheid en een Nieuw Begin
20-11-2013
Op de laatste zondag van het kerkelijk jaar, ook wel Eeuwigheidszondag genoemd, worden in de dienst alle namen genoemd van gemeenteleden die ons sinds vorig jaar zijn ontvallen. In gedachten voegen we daaraan dan de namen toe van overleden familieleden, vrienden en bekenden. In de doopdienst van 20 oktober jl. hield Ds. Masmeijer in zijn gesprekje met de kinderen hen voor dat hun namen door de doop in de palmen van Gods hand staan geschreven. En we zongen “(naam), je naam staat geschreven in Gods handâ€. Van sommige kinderen werd daarbij hun naam genoemd.
Een hoopvol symbool voor een ieder, die zich kind van God voelt, ook als hij of zij oud is en sterven moet, is dat God je nooit los laat. Wij geloven dat God de namen van al Zijn kinderen kent; wij noemen ze in de liturgie. Eén voor één. Voor elk van hen wordt een kaars ontstoken, opdat wij niet zullen vergeten dat de meesten ook in onze gemeente hebben deelgenomen aan gebed en avondmaal. Wij vieren het avondmaal immers ook “in de gedachtenis aan hen die ons zijn voorgegaanâ€.
Heer herinner U de namen
van hen die gestorven zijn,
en vergeet niet, dat zij kwamen
langs de straten van de pijn,
langs de wegen van het lijden,
door het woud van eenzaamheid,
naar het dag en nacht verbeide
Vaderhuis, hun toebereid.
En dan volgt Advent. Komst betekent dat eigenlijk (van het Latijnse werkwoord ‘advenir’, aankomen, naderen). Ik zou het in de kerkelijke context ook willen vertalen met ‘verwachting’. Zoiets als ‘Vol verwachting klopt ons hart’. Ook iets van deze periode. Wat wereldser, ook al is er een bisschop bij betrokken.
Verwachting. Wat verwachten we dan? Ja, wat verwacht je als je ‘in verwachting’ bent? Een kind natuurlijk. En in ons kerkelijke verband, in de liturgie, verwachten ook wij een kind, het Kerstkind.
Door het zaad van Gods Woord in onze harten te ontvangen groeit er de komende weken iets in ons. De belofte van Gods wege is dan dat in ons het vertrouwen geboren wordt dat God ons draagt; dat God in ons Zijn belofte doet groeien om de weg voor ons te effenen; dat we, straks in de Kerstnacht, blij zullen zijn met de geboorte van het Kerstkind, alsof het ons eigen kind is. Een kind dat u met een gerust hart kunt adopteren.
“Zing, vecht, huil, bidt, lach, werk en bewonder, niet zonder onsâ€, zong Ramses Shaffy ooit. Daarmee gaf hij aan dat je alleen met elkaar kunt zingen, huilen, bidden, lachen en verwonderen. Dat doen we in de diensten in onze kerk in deze periode van Advent en Kerst. We kunnen daarbij niet zonder u, in deze tijd waarin we ‘in verwachting zijn’ van Gods belofte in de gedaante van het Kerstkind.
Laten we dit met elkaar delen. Laten we samen vieren, bidden en juichen.
Juich dan en zing!
Hij, de Eersteling
heeft onze vijand bedwongen,
is sterk en groot
dwars door de dood
tot in het Godsrijk doorgedrongen.
Wie bij Hem hoort
mag door die poort
achter Hem aan
ten leven gaan,
Hij heeft voor ons de zege bedongen.
Fred van Epen