Prediking en Zielzorg

Prediking en Zielzorg

30-08-2013


Enkele jaren geleden kwam ik voor de eerste keer in Toulouse, in het Zuiden van Frankrijk. Het andere Zuiden van Frankrijk, zeg maar. Niet dat van St Tropez of van Nice en Cannes. Het strand is er ver weg. De stad is enkele jaren geleden stap voor stap gerestaureerd en ook nu is men op verschillende plaatsen nog bezig. Langzamerhand is de oude glorie van vroeger weer onder de vervuilde stuclagen vandaan gekomen. In Toulouse is Parijs ver weg. Dat vinden de mensen ook. Zij spreken op het platteland nog volop Occitaans, dat veel meer verwant is aan het Catalaans van even over de grens in Spanje, dan aan het Frans. Af en toe hoor je zelfs in de stad die wat zware tongval. De sfeer van die stad doet middeleeuws aan met haar huizen getrokken uit baksteen afgewisseld door keien. Vandaar de bijnaam, La Ville Rose, de rose stad.

Kathaars Kruis

Lange tijd was Toulouse de trotse hoofdstad van een graafschap van waaruit verzet tegen opname in het Franse rijk rees. Veel namen uit de geschiedenis van Frankrijk, maar ook van heel Europa, komen daar voorbij.

De mysterieuze katharen ofwel Albigenzen, naar de stad Albi niet ver van Toulouse, trokken rond in dit gebied met hun afwijkende opvattingen en afkeer van de katholieke hiërarchie. Hun symbool, het kathaarse kruis, wappert nog steeds als vlag van de stad. De kathaarse secte is allang verdwenen uit deze streek, nadat er drie kruistochten tegen hen waren georganiseerd. Hun leer van een goddelijk vonk in ieder van ons verstomde en de bemiddelaarsrol van de katholieke geestelijkheid was veiliggesteld.

En met de katharen zijn ook hun drie principes verdwenen die wel degelijk nog steeds tot de verbeelding spreken:

- pretz: respect, edelmoedigheid, opkomen voor zwakkeren;
- paratz: gelijkwaardigheid en
- convivenzia: verdraagzaamheid; respect voor de meningen van anderen.

Het klinkt als heel modern die drie principes. Het klinkt tot op de voetbalvelden aan toe vandaag de dag. Een fraai humanistisch ideaal waar ieder mens zich in kan vinden. Het wordt door sommigen zelfs gezien als een principe wat de Verlichting heeft moeten bevechten op het Christendom. Maar is het dan wezensvreemd aan het Christendom? Een godsdienst heeft in zich iets onverdraagzaams, toch?

Het uitroeien van de katharen toont dat de principes niet als vanzelfsprekend gezien kunnen worden. Toch denk ik dat een goed beluisteren van het christendom tot niets anders kan leiden dan deze principes. De gemeente vormt tenslotte samen het lichaam van Christus. De apostel Paulus beschrijft dit fraai in de eerste brief aan de gemeente van Corinthe: “Een lichaam is een eenheid die uit vele delen bestaat; ondanks hun veelheid vormen al die delen samen één lichaam. Zo is het ook met het lichaam van Christus.”(1 Cor 12:12).

Paulus gaat zelfs een stap verder en voelt zich geroepen de mensen buiten de kring op te zoeken en het evangelie te verkondigen. Hij wordt de apostel van de heidenen. ‘Ieder mens is belangrijk voor Gods aangezicht’ is zijn redenatie. De Katholieke kerk had na de kruistochten tegen de katharen goed in de gaten gekregen waarom zij zo populair waren geweest in deze streek. Om die reden waren op het Vierde Lateraans Concilie van 1215 prediking en zielzorg genoemd als belangrijke priesterlijke taken die in die tijd van priesters onvoldoende aandacht kregen.

Daartoe ontstond de dominicaner kloosterorde. Deze katholieke bedelorde is opgericht in 1216 door de Spanjaard Dominicus de Guzman en misschien raadt U het al. De eerste kloosters werden opgericht in het graafschap Toulouse. Een van de beroemdste dominicanen ligt daarom ook in Toulouse begraven, Thomas van Aquino. Hij ligt in de Eglise des Jacobins, een andere naam voor dominicanen. Zo’n 800 jaar geleden werd dus zelfs een hele kloosterorde opgericht voor deze belangrijke taken, prediking en zielzorg. Taken zonder welke een kerk geen recht van bestaan heeft.

Hoe herkenbaar is dat niet voor onze gemeente in Ginneken. Die gemeente die ’s zondags samenkomt rond Brood & Wijn vormt ook doordeweeks het lichaam met zoveel verschillende delen. Naast die zondagse viering zijn de andere dagen van de week ook ‘dagen des Heren’ waarop prediking en vooral ook zielzorg plaatsvinden. Zeker in een tijd dat een pastor ontbreekt die zich voltijds met deze taken bezighoudt, wordt duidelijk dat het priesterschap maar meer nog pastorschap voor elke gelovige geldt. Mogen we voor het voortbestaan van onze gemeente en voor die wereldwijde Kerk de wens uitspreken dat wij van al die lichaamsdelen vooral Oog en Oor hebben voor elkaar.

Tot slot uit diezelfde brief van Paulus (1Cor 9:16): Dat ik verkondig is niet iets om me op te laten voorstaan. Ik kan niet anders, en het zou me slecht vergaan als ik het niet zou doen.

Gerlof Bosma