Vliegen op eigen kracht

Vliegen op eigen kracht

15-05-2013


Volgens Martin M. Driessen houdt God duiven in een duiventil voor zijn raam. Klara is de naam van zijn lievelingsduif. Meneer Adonai probeert haar geduldig op te leiden tot vredesduif. Maar telkens komt Klara terug met het olijftakje nog in haar bek. Daarom wil het met de wereldvrede nog altijd niet vlotten. Aldus Driessen in zijn recente boek “Vader van God”. Hij vertelt op eigen wijze over thema’s uit de bijbel: de schepping, Mozes en de verhouding tussen vader en zoon, Jozef en Jezus.

Om dit boek goed te kunnen volgen is een dosis bijbelkennis erg handig. Maar er is ook een dosis durf nodig om de schrijver te waarderen in zijn vaak komische spel rond de woorden van de Schrift. Dat gaat soms dieper dan je denkt. Zou Driessen met zijn hardleerse duif Klara soms weet hebben van de onnozele duif zonder verstand, die de profeet Hosea in hoofdstuk 7 : 11 opvoert? Wie het weet mag het zeggen.

In ieder geval speelt hij met de duif van Noach. En ook vraagt hij zich af wat de vogel Geest, die als een duif neerdaalt, nu eigenlijk aan positiefs heeft opgeleverd in onze wereld.


We leven met Pinksteren in de rug, de laatste van de Hoogfeesten van de kerk. Drie feesten die cirkelen om het geheim van het leven en het leven ieder op eigen wijze vieren.

Kerstmis spreekt van het leven als gave, het geschonken en ontvangen leven.

Pasen gaat over het bedreigde, het beproefde en gelouterde leven, leven als opgave. En Pinksteren is het feest van het zelfstandige leven, dat kan vliegen op eigen kracht.

Daarvoor moet de duif even plaats maken voor die andere vogel die beeld is van God: de adelaar. Huub Oosterhuis herschreef Deuteronomium 32 : 11 tot een lied dat de essentie van Pinksteren goed weergeeft:


Die mij droeg op adelaarsvleugels,
die mij hebt geworpen in de ruimte;
en als ik krijsend neerviel

mij ondervangen met uw wieken
en weer opgegooid.
Totdat ik vliegen kon
op eigen kracht,
op eigen kracht.


De vogel Gods, de Geest van Pinksteren daagt mensen uit om te vliegen op eigen kracht. De adelaar port zijn jongen op en duwt ze de diepte in, alles met het oog op zelfstandig leren vliegen. En voor noodgevallen zijn er vader- en moedervleugels als vangnet.


Laten wij God loven,

leven van het licht,

onze val te boven

in een evenwicht.


Want de aarde jaagt ons

naar de diepte toe,

maar de hemel draagt ons,

liefde wordt niet moe.

Gez.184:4 en 5


De gaven van de Geest zijn bedoeld als een soort empowerment, een krachtbron om uit te leven en te werken. Er is een boek voor managers met de titel: “Vliegen op eigen kracht – je talent herkennen, benutten en ontwikkelen“. Goed mogelijk dat de schrijver die titel in de kerkbank tijdens een preek over de adelaarsvleugels heeft bedacht. Dat is immers een ideale plek voor creatieve gedachten.

Toch is het “vliegen op eigen kracht” uit het bijbellied van Oosterhuis niet enkel bedoeld als individuele ontplooiing. De gaven en de vruchten van de Geest zijn er op gericht om je het leven en de wereld in te sturen. Niet om je ego of je ziel te kietelen, maar om de krachten die je hebt ontvangen en ontwikkeld met anderen te delen: je liefde, je vreugde, je vrede, je geduld, je vriendelijkheid, goedheid, geloof, zachtmoedigheid, zelfbeheersing. (Galaten 5 : 22)

De zomerdiensten in de Grote Kerk hebben dit jaar als thema: “Geef mij vleugels - zes diensten over bevrijdend geloven in deze tijd”. Vliegen op eigen kracht dus.

ds. Jelle Loosman.